EigenWijsHeid: Miep de Neef
Miep de Neef: “Pas je aan, groet elkaar en maak eens een praatje.”
Op de bank in de modern en ruim ingerichte woning in het Lelieblok zitten Miep(84) en zus Ada (85) gemoedelijk naast elkaar. Op 4-jarige leeftijd kwam Miep in 1944 op het Noordereiland terecht. Samen met haar ouders en haar 5 broers en zussen moesten ze hals over kop Goudswaard verlaten als evacuees. Boeren hadden de polder onder water gezet om de Duitse bezetters te dwarsbomen.
“Eerst woonden we bij familie in de Dordtsestraatweg, een paar maanden later verhuisden we naar de Tulpstraat op het Noordereiland”, vertelt Miep. “Vader was werkzaam in de ijzerconstructie, hij bouwde voornamelijk grote kranen. Hij werkte daarvoor soms zelfs in Spanje. Dan was hij lang van huis en stond mijn moeder er alleen voor. Met zes kinderen, waarvan twee bedplassers, had die haar handen vol.”
Van de oorlog hebben Ada en Miep niet veel meegekregen. “Ik was pas vier, dus heb daar geen echte herinneringen aan. Het enige wat ik me vooral herinner is de armoede en de honger in de latere jaren van de oorlog. We aten stamppot, maar ook bloembollen en suikerbieten.” Ada herinnert zich dat ze door haar vader naar familie in Stolwijk werd gebracht. Daar zat ze veiliger en was er genoeg te eten. “Ik weet dat mijn vader in de oorlog bij een razzia is opgepakt om in Duitsland te werken, vult Miep aan. “Hij heeft over die periode een boek geschreven zelfs, ‘Het dagboek van Maarten Huisman’. Daarin staat ook dat hij zich verschrikkelijk ongerust maakte toen hij hoorde dat de Duitsers de Maasbruggen gingen bombarderen.”
Op haar 16e was Miep al getrouwd. In de tijd trouwden veel meisjes al jong. Ze was zwanger, dus dan was trouwen vanzelfsprekend. Op haar 21e had ze al drie kinderen. “Nou, ik had er nog wel drie gewild, ik vond het heerlijk,” vertelt Miep enthousiast. Zus Ada trouwde op 19-jarige leeftijd en ging in Rotterdam-West wonen, bij haar schoonouders. Speciaal voor hen werd daar het duivenhok verbouwd. Echt ruim was het dus niet. Regelmatig wandelde ze met de kinderwagen naar haar ouders in Tulpstraat. “Zij pasten op, ik ging naar mijn werk bij een notariskantoor en na het werk liepen we weer terug naar huis. Alles deed je toen lopend.”
Miep ging na haar trouwen werken bij schoonmaakbedrijf Stuy. Daar werd zij al snel aangesteld als ‘hoofdjuffrouw’, zij stuurde haar collega’s aan en had als voornaamste taak om alle materialen bij te houden, om diefstal tegen te gaan. “Iedereen nam wel eens een zeem of doekjes mee, deed ik ook wel, hoor!”
Daarna werkte ze als barjuffrouw bij café Noordereiland in de Van der Takstraat. “Een leuke tijd was dat, ik vond het heerlijk om me er speciaal voor op te tutten, haartjes netjes, make-up op en sieraden om. Vond ik belangrijk, dat vind ik nog steeds. ‘Zo, de kerstboom is weer opgetuigd’, zei mijn man dan. Het was een gezellige tijd, in de Van der Takstraat waren veel winkels en zeven cafés. Er was altijd wel reuring in de straat, je kwam er iedereen tegen en had leuke contacten met de winkeliers en de bezoekers.“
Met haar man woonde Miep in het huis in de Tulpstraat op de bel-etage (een soort souterrain), haar ouders woonden erboven op één hoog. “Toen ik zwanger was van de eerste, was mijn moeder zwanger van haar laatste (het achtste) kind. Daardoor kon ze niet op mijn bruiloft komen. Nou ja, bruiloft…snel even naar het stadhuis om de papieren te tekenen. Op onze 12,5-jarige bruiloft hebben we het daarom dunnetjes overgedaan, met de hele familie erbij.”
Na haar werkzame leven is Miep nog heel actief geweest als vrijwilliger. Ze werkte tien jaar lang bij Antonius, op een afdeling voor ouderen met dementie. Ook was ze jarenlang steevast te vinden bij de speelcontainer van Duimdrop, op het Burgemeester Hoffmanplein. Daar hield ze als ‘Oma Miepie’ een oogje in het zeil en kletste met de moeders en buurtgenoten die er een bakkie kwamen doen. “Doodzonde dat het weg is, het had echt een sociale functie, voor jong én oud.”
De zussen gaan nog regelmatig met elkaar op pad. “Dat blijven we doen, zolang de gezondheid dat toelaat. We maken uitstapjes naar een hotelletje, naar Egmond aan zee, naar Spanje zelfs. De zaterdag is echt ‘onze’ dag, dan gaan we poffertjes eten in de stad en naar de markt!”
Hun advies aan de eilandbewoners: “Pas je aan als je hier komt wonen, groet elkaar en maak eens een praatje. Dat geldt trouwens voor alle bewoners!”
INFORMATIE BOEK
Boek ‘EigenWijsHeid’ / Caro Linares, 44 p.
(uitgave in eigen beheer).
Drukker: Drukbedrijf, Amsterdam.
Bestellen via: Caro Linares: caro.linares.foto@gmail.com
Lees alle verhalen hier:
Boek EigenWijsHeid »
Foto’s EigenWijsHeid expositie Van der Takstraat
27 juli 2024
(Klik op een foto voor een vergroting)




Dit verhaal is onderdeel van: Boek EigenWijsHeid »