Boek & etalage EigenWijsHeid
Eerste exemplaar boek ‘EigenWijsHeid’ uitgereikt
Afgelopen zaterdag 27 juli kwamen een 60-tal Noordereilandbewoners naar het Huis van de Wijk voor de presentatie van het eerste exemplaar van het boek ‘EigenWijsHeid: portretten en verhalen van Noordereilanders’. Het boek bevat dertien verhalen van bewoners die hier op het eiland zijn geboren en/of getogen zijn.
Zij verhalen hoe zij of hun ouders op het Noordereiland terecht zijn gekomen, hun levensloop en hoe het wonen op het eiland bevalt. Ook geven zij tips aan de jongere generatie eilandbewoners.
Fotograaf Caro Linares portretteerde hen en Annette de Bus tekende de verhalen op. Sabine van Hoogenhuizen leidde het project in goede en tijdige banen en hield de vinger aan de pols voor wat betreft budget en de opzet van het boek, de presentatie en de bijbehorende foto expositie. Alle drie stonden zij trots voor het publiek om het boek aan hen te tonen.
Het eerste exemplaar werd overhandigd aan de 97-jarige Jacoba Kieboom. Het boek begint met haar verhaal, over onder meer haar evacuatie uit Arnhem tijdens de Tweede Wereldoorlog, het verzetswerk dat ze als ‘vanzelfsprekend’ deed en haar werk bij het Vrouwen Hulpkorps waarvoor ze in Rotterdam de door armoede en honger getroffen gezinnen bijstond.
Het boek bevat ook een aantal gedichten van kunstenaar Peter Hofland, geïnspireerd op de verhalen van de bewoners. Hij droeg speciaal voor mevrouw Kieboom zijn gedicht over haar op.
Bewoner Wim Wilbers vertelde vervolgens over het Noordereiland in de 70-er jaren. Veel woningen dreigden toen gesloopt te worden, maar dankzij felle bewonersprotesten besloot de gemeente een stadsvernieuwingsproject in te voeren en de woningen te renoveren.
Foto’s Huis v/d Wijk
(Klik op een foto voor een vergroting)
Daarna toog het hele gezelschap onder zijn aanvoering naar de Van der Takstraat. Daar gaf Wim nog een kort college over de historie van deze voormalige drukste winkelstraat van Rotterdam. Ten slotte gingen de genodigden naar de etalage-galerie van Peter Hofland naast huisnummer 10. Daar is de komende twee maanden de galerie ingericht als expositie van het boek en de portretten. Loop er beslist even langs.
Dank aan bewoners Jacoba Kieboom, Jan en Coby van de Sande, Clothilde Beudeker, Jan van der Vlies, Corrie Diepeveen, Henny Thannhauser, Sjaak Weg, Katharina Maljkovic, Wim Wilbers, Lizetta Scholte, Miep Neef, Marleen en Jopie van Potten en Errol de Clercq voor hun verhalen. Peter Hofland dank voor zijn gedichten en Wim Wilbers voor zijn energieke verhalen.
Het boek is in een kleine oplage gedrukt. Wie interesse heeft in een exemplaar kan contact opnemen met Caro Linares: caro.linares.foto@gmail.com.
Foto’s: Emile Bode, Caro Linares, Annette de Bus
Foto’s Etalage Van der Takstraat
(Klik op een foto voor een vergroting)
INFORMATIE
Boek ‘EigenWijsHeid’ / Caro Linares, 44 p.
(uitgave in eigen beheer).
Drukker: Drukbedrijf, Amsterdam.
Bestellen via: Caro Linares: caro.linares.foto@gmail.com
Bron: Eilandnieuws
Verhaal van Jacoba Kieboom
“Blijf vooral nieuwsgierig”
Er komt een – zoals men wel zegt – struise dame de kamer inlopen, samen het haar hondje en leunend op een rollator. “Sja, op mijn leeftijd zijn de benen nu eenmaal wat minder stabiel.” Dat is een understatement, mevrouw Kieboom is 97 jaar oud. Maar zo oogt zij niet. Nieuwsgierig en alert kijkt ze ons aan, benieuwd wat wij van haar willen weten.
Mevrouw Kieboom is de eerste in een reeks portretten van Noordereilanders op leeftijd met een mooi verhaal en bijzondere band met het eiland. Dus we gaan er eens goed voor zitten.
“Ik ben geen geboren en getogen Noordereilander”, begint mevrouw Kieboom het gesprek. “Ik ben geboren in Hummelo, in de Achterhoek, en groeide daar op tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Wat veel mensen niet weten over de actie ‘Market Garden’, de mislukte poging om Arnhem te bevrijden, is dat destijds alle inwoners de stad moesten verlaten binnen 10 dagen. Dat was een enorme operatie, daarover lees je niks.”
Oorlogstijd: vrouwen in het Hulpkorps
Zij maakte als tiener de Tweede Wereldoorlog mee. Haar vader zat in het verzet. Thuis werden wapens uit Engeland afgeleverd. Ook Jacoba was actief betrokken: ze werkte voor het Rode Kruis, een prima dekmantel om als koerierster berichten over te brengen. Samen met haar ouders hielpen ze ook geallieerde parachutisten. Als er een luchtgevecht was geweest, gingen ze op zoek naar hen en brachten hen in veiligheid. “Het doet me goed te merken dat er tegenwoordig ook meer aandacht en waardering is voor de vrouwen in het verzet. Niet per se het plegen van aanslagen op de Duitsers, maar ook zaken ‘onder de radar’, het maken en verspreiden van pamfletten, zorgen dat mensen ergens konden onderduiken, of voedsel verzamelen. Ik deed daar ook van alles voor, als bijna vanzelfsprekend. Het was voor vrouwen vaak ook eenvoudiger te doen, want veel mannen en jongens liepen immers het risico dat ze opgepakt werden om in Duitsland te werk gesteld te worden. Natuurlijk, het was niet simpel en ook voor de vrouwen niet zonder risico, maar daar dacht je niet aan, je deed het gewoon.”
In het kielzog van de geallieerden kwamen in 1944 en 1945 de eerste vrouwelijke militairen van de Koninklijke Landmacht in actie met het pas opgerichte Vrouwen Hulpkorps (VHK). Zij verleenden onder meer hulp aan de getroffen bevolking in de grote steden. Jacoba meldde zich als 19-jarige ben hen aan. Zij werkte onder meer in Rotterdam, waar ze eten uitdeelde aan de verhongerde bevolking en werkte in de zogenaamde schurftklinieken. “Schurft was een groot probleem in die dagen. Elke ochtend gingen we de buurt in om huizen te inspecteren. De verpauperde gezinnen brachten we onder in hotel New York. Het was een vreselijke toestand. Ik vergeet die beelden nooit meer. Daarom zit mijn ijskast ook nu nog altijd vol en gooi ik nooit eten weg. Ook heb ik in mijn leven altijd veel vrijwilligerswerk gedaan. ‘Doe wat, ga erop af’, dat is nog steeds mijn houding.”
Na de oorlog woonde ze in diverse plaatsen, zoals in Giethoorn. Voor de liefde kwam ze uiteindelijk in 1955 naar Rotterdam en vestigde zich met haar man op de Prins Hendrikkade, vlakbij de Meeuwenstraat.
Ze heeft diverse banen gehad. Zo gaf zij Nederlandse les aan buitenlandse vrouwen. “Eentje is nu al jaren mijn grote Marokkaanse dochter”, vertelt ze trots. “Ik was toen al vooral nieuwsgierig naar wat mensen beweegt, wat is hun achtergrond, wat zijn hun dromen.”
Fijn op het Noordereiland
Het Noordereiland vindt ze een fijne plek om te wonen, er zijn zoveel nationaliteiten, diverse leeftijdsgroepen, het dorpsgevoel overheerst. “Je komt er tijdens het wandelen met het hondje [naam] de hele wereld tegen. Ik maak dan graag een praatje met hen. Wat ik ook zo leuk vind is dat ik zie dat steeds meer mannen nauw betrokken zijn bij de zorg voor hun kinderen. Ik zie ze op straat achter de kinderwagen lopen, of met hun baby in een draagzak. Dat doet me goed.”
Over het eiland niks dan lof, ze woont hier met veel plezier. Al is het in de loop der jaren erg veranderd. “Vooral het havenleven mis ik, de bedrijvigheid van de schepen, die rijen dik aan de kades lagen, het laden en lossen, al stonk het wel. Door de komst van de Schippersbeurs in de stad nam de klandizie in de vele cafés op het eiland af en de ene na de andere kroeg sloot haar deuren.“
Levensmotto
Nieuwsgierigheid, dat is haar levensmotto. Van interviewer/fotograaf Caro Linares wil ze graag weten waar ze vandaan komt en wat haar naar het Noordereiland heeft geleid. Die nieuwsgierigheid maakte ook dat ze in haar leven van alles ondernam en van alles wilde leren. Toen haar moeder dementeerde ging ze een opleiding Pedicure volgen, zodat zij haar moeders voeten kon verzorgen. Ze deed ook diverse andere opleiding en was vrijwilliger bij diverse organisaties.